top of page
Foto van schrijverDaan Fousert

Een hoofd vol verhalen

Bijgewerkt op: 16 aug. 2020


“ Als ik eenmaal in de flow zit, schrijf ik makkelijk dertig tot veertig pagina op een dag."

Over productiviteit heb ik niet te klagen. Ooit in een gesprek met een bekende redacteur van een grote uitgeverij, vroeg hij mij hoeveel ik schreef als ik schreef. En ik vertelde hem dat als ik eenmaal in de flow zat ik makkelijk dertig tot veertig pagina op een dag kon schrijven. Hij keek mij verbaasd aan en vertelde me dat zijn partner, die auteur is, amper tot een halve pagina per dag kwam. Op zijn vraag hoe ik dit deed moest ik hem het antwoord schuldig blijven. Het enige dat ik kon zeggen, was dat mijn hoofd altijd vol verhalen zit. In mijn computer zitten doorgaans drie tot vijf boeken waar ik aan bezig ben. Ik kan ze ook door elkaar schrijven, zonder de weg kwijt te raken. Soms open ik een manuscript waar ik aan werk en dan krijg ik geen inspiratie daarmee verder te gaan. Dan sluit ik het af en open ik een andere en voel de flow en ga dan daarmee verder. Het ene verhaal is het andere niet en het hangt heel nauw samen met wat ik op die dag voel en/of ervaar.

"Daar kun je een boek over schrijven."

Word je niet gek van al die verhalen in je hoofd? Een vraag die me regelmatig gesteld wordt als ik vertel wat hierboven staat. Het zit me niet in de weg. Het is hoe ik ben en ik kan ze ook makkelijk uitschakelen. De lovende reacties die ik hierop krijg wuif ik meestal weg. Niet omdat ze niet leuk zijn maar dit is hoe ik ben en het kost me geen enkele inspanning. Het gaat zoals het gaat. Tegelijkertijd maakt het me ook kritisch. Niet ieder verhaal is goed of de moeite waard te publiceren. Mijn boeken moeten wel aan een aantal eisen voldoen en het kost me geen enkele moeite, noch doet het me pijn als ik merk dat een verhaal niet klopt, om het dan te deleten.

De bron van een hoofd vol verhalen zit in het feit dat in alles een verhaal zit. Het overkomt me regelmatig dat iemand iets zegt, of ik zie iets of lees iets, dat ik dan reageer met de opmerking: "Daar kun je een boek over schrijven!"

Die momenten en die thema’s onthoud ik dan en noteer ze ergens om ze later weer te gebruiken.


"Mijn vijfde Caitlin"

Een goed voorbeeld daarvan is mijn vijfde boek met Caitlin Dern in de hoofdrol. Dat komt eind 2020 uit. In een gesprek tijdens een diner noemde mijn zwager iets artificiële intelligentie en hoe daarmee gemanipuleerd kan worden en het makkelijk tot misbruik kan leiden. Hij keek me aan en zei toen dat ik daar eens een thriller over moest schrijven. Ik vroeg hem mij dan een paar plots te geven. Hij beloofde dat te doen. Het kwam er niet van. In afwachting van zijn plots, begon ik de volgende dag met het eerste hoofdstuk. Want dat is mijn stijl van werken. Als ik een idee krijg, dan start ik met het eerste hoofdstuk en als dat dan ‘loopt’ dan weet ik dat ik een heel boek daarover kan schrijven. Zo ging dat ook met ‘Stemmen van verre’, mijn spirituele roman. Mijn uitgeefster was de aangeefster van dat boek omdat ze me vroeg of ik een spirituele roman kon schrijven. Het idee sprak ik me aan. Het eerste hoofdstuk rolde eruit en enkele maanden later was het boek een feit.

Even terug naar mijn zwager: de plots moet ik nog van hem ontvangen, terwijl het boek al klaar is. Dit keer een dikke pil, dus goed om in december uit te brengen omdat het een prachtig december boek is om in de warmte van ons huis en bij een goed glas wijn te lezen.

En wie weet, misschien komt er nog een boek uit als ik uiteindelijk de plots van hem ontvang.

Fantaseren helpt. Iemand die ik ken had ook de ambitie om te schrijven. Hij vroeg mij hoe ik dat deed. Schrijven is voor iedere auteur weer anders en er zijn heel wat cursussen en schrijfcoaches die het je kunnen leren. Belangrijk daarbij is je eigen fantasie. Ik vroeg aan de persoon in kwestie zich een voorstelling te maken van het gegeven dat iemand een kamer binnenloopt. Ik vroeg hem hoe hij dat zou beschrijven en ik schoot in de lach toen zijn antwoord was: "Een man liep naar binnen."


"Zoek de uitdaging"

Ik daagde hem uit daarover eens te fantaseren waarop zijn reactie was wat er viel te fantaseren aan iemand die een kamer binnenloopt. ‘Hij loopt gewoon naar binnen’, herhaalde hij nog eens. ‘Daar valt toch weinig over te schrijven?’

Ik stelde hem voor samen een voorstelling te maken van zo’n simpel gegeven. Waar was de kamer gesitueerd? Hoe zag de omgeving eruit? In wat voor stemming was de persoon in kwestie? Was hij blij, angstig, boos, aangedaan of wat dan ook? Met welke reden ging hij de kamer binnen? Hoorde hij iets achter de deur of was het ijzig stil? Wat hoopte hij aan te treffen? Wat was überhaupt de reden dat hij daar was?

Veel vragen die je, terwijl je ook nog eens de uitdaging hebt de lezer in spanning te houden, kunnen helpen een verhaal te schrijven. Neem de lezer mee in je verhaal, zonder al te veel prijs te geven. Laat altijd iets over aan de fantasie van de lezer. Maar door bepaalde aspecten van een situatie prijs te geven, stimuleer je juist de fantasie van de lezer.

Door verhaaltjes te bedenken rond situaties, help je jezelf je eigen fantasie te laten groeien. Iedereen heeft verhalen in zijn hoofd. Ik ben echt niet de enige.

En hoe leuk is het die verhalen op te schrijven. Misschien niet altijd met het idee het uit te geven. Het is gewoon leuk.

11 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page